De invoer van de verhuurderheffing volgde op incidenten bij enkele corporaties, maar bestrafte uiteindelijk de gehele sector in plaats van beterer controle te implementeren.
Tien jaar later zijn de gevolgen nog steeds voelbaar. Wachttijden van meer dan tien jaar voor een corporatiewoning zijn eerder regel dan uitzondering. De schaarste is enorm en de productie blijft nog steeds achter. Bewoners blijven in hun woningen zitten, waardoor de doorstroming stagneert. Kortom, de sociale woningmarkt zit nog steeds vast als gevolg van gebrekkige wetgeving. Een fout waarover brede consensus bestaat dat deze nooit gemaakt had moeten worden.
Desondanks dreigt er opnieuw een soortgelijke fout te worden gemaakt. Het tekort aan woningen in het middensegment, essentieel voor doorstroming, is algemeen erkend, zelfs door de
Europese Commissie. Dit tekort leidt tot bizarre situaties waarbij mensen die te veel verdienen voor sociale huur, maar niet kunnen of willen kopen, massaal op zoek zijn naar een woning in het kleinste deel van de woningmarkt. De productie stagneert om verschillende redenen, waardoor het probleem verergert.
Hoewel enkelen misbruik maken van deze situatie door bijvoorbeeld overbiedingen te accepteren of door excessief opdrijven van de prijs, moeten we erkennen dat dit niet de norm mag zijn en in de praktijk ook niet is. In de meeste gevallen is de relatie tussen huurder en verhuurder goed, met tevredenheid over de prijs-kwaliteitverhouding.
Ondanks deze feiten laten we ons opnieuw leiden door excessen van een kleine groep. Het kabinet stelt op basis van deze excessen opnieuw wetgeving voor die de woningmarkt schade zal berokkenen, waar uiteindelijk de woningzoekenden de dupe van zullen zijn. Het uitponden zal leiden tot krimp van de al te kleine voorraad, zoals blijkt uit onderzoek van
Ortec Finance.
Mensen die een woning weten te bemachtigen in het gereguleerde segment, zullen er veel langer blijven wonen, met als gevolg dat de doorstroming zal stremmen, waarschuwt de Raad van State die grote vraagtekens heeft bij dit wetsontwerp en zijn doelmatigheid. De vragen die de
Raad van State heeft over de krimp van het aanbod, de mogelijke toenemende schaarste en het vastlopen van doorstroming wordt door meerdere hoogleraren en deskundigen onderstreept. Er is brede consensus onder deskundigen dat er te veel risico's kleven aan dit voorstel, met weinig tot geen inhoudelijke argumenten aan de indienerszijde om dit wel te doen, los van de door de onderbuik gevoede uitspraak dat hiermee de kant van de huurder wordt gekozen.
Vastgoed Belang heeft in een vroeg stadium aangegeven samen met de overheid te willen werken aan regelgeving die investeringen overeind houdt, een redelijk rendement mogelijk blijft maken en excessen aanpakt. Dit voorstel is ook meegenomen in de
essay van Professor Peter Boelhouwer van de TU Delft. Als beleggers zijn we huisvesters die er trots op zijn dat we zoveel Nederlanders van een kwalitatief dak boven het hoofd voorzien. Tegelijk erkennen we dat er rotte appels zijn die aangepakt moeten worden. Daar gaan we graag samen met huurders en overheid mee aan de slag. Dat is helaas niet het geval geweest bij het tot stand komen van deze wet.
Het is nu aan de Kamerleden om hun oordeel te vellen over deze wet. De onderzoeken zijn uitgevoerd, de adviezen zijn er in overvloed en de waarschuwingen zijn duidelijk. Laten we hopen dat besluiten worden genomen op basis van ratio, zodat we over tien jaar niet terugkijken met spijt. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!