Uit deze rapportage blijkt dat het afgelopen jaar:
- de reële huurprijzen en het aantal huisuitzettingen zijn gedaald;
- de huurprijzen in de vrije sector – gecorrigeerd voor inflatie – 0,5% goedkoper uitvielen;
- de huurprijzen afgelopen jaren slechts beperkt zijn gestegen, daar waar het afgelopen jaar zelfs een reële huurdaling(!) voor zittende huurders heeft plaatsgevonden.
Naast deze opvallende cijfers over de huurwoningmarkt, schrijft demissionair minister Ollongren in haar brief het volgende:
- de huidige woningvoorraad sluit niet altijd goed aan op de behoeften van woningzoekende. De bestaande voorraad kan daarom beter worden benut om het woningtekort tegen te gaan.
- de betaalbaarheid voor huurders wordt beïnvloed door de stijgende huizenprijzen vanwege de lage rentestanden, waarmee de kloof tussen woningeigenaren en huurders wordt vergroot.
- er moet meer worden ingezet op het versterken van de capaciteit bij medeoverheden om juridische procedures te versnellen en de bouwcapaciteit te vergroten, zodat het woningtekort afneemt.
Er is inderdaad een tekort aan (middeldure) huurwoningen waardoor groepen zoals starters en middeninkomens het nu te moeilijk hebben. Uit de jaarrapportage blijkt echter dat de oorzaken niet aansluiten bij de recente maatregelen uit Den Haag zoals de generieke huurbevriezing en de maximale huurprijsstijging van inflatie + 1%. De reële huurprijzen in 2020 zijn immers gedaald, vooral in de veel besproken vrije sector!
Vastgoed Belang waarschuwt daarom voor de neiging tot alsmaar toenemende – opgestapelde – regelgeving gericht op de nu al te kleine vrije huursector (slechts 7% van de woningmarkt) en op private beleggers. Juist maatschappelijk betrokken particuliere beleggers, zoals de leden van Vastgoed Belang, zijn hard nodig voor het realiseren van nieuwbouw, transformatie en ook het beter benutten van de bestaande woningvoorraad. Zij moeten de ruimte krijgen om die opgave te volbrengen, en ja: daarvoor moet zeker ook het gebrek aan capaciteit bij gemeenten worden aangepakt.