De Europese Commissie maakte afgelopen kwartaal bekend de Europese richtlijn energieprestatie voor gebouwen (EPBD) te willen herzien en ook de wijze waarop energielabels worden vastgesteld te willen aanpassen.
Geen voorstander
In een BNC-fiche (red. de afkorting voor Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) stelde minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening afgelopen januari al geen voorstander te zijn van een aanpassing van energielabels. ‘De herijking betekent immers dat de labelklasse-indeling die we nu in Nederland gebruiken, wordt aangepast, waarna veel gebouwen in Nederland na deze harmonisatie een andere energielabelclassificatie krijgen. Dit brengt onduidelijkheid en administratieve kosten met zich mee voor met name gebouweigenaren.’
Naar aanleiding van de BNC-fiche hebben de Tweede Kamerleden van D66 naar de precieze inzet van de minister in Europa gevraagd.
Huidige indeling behouden
‘De huidige labelklassenindeling in Nederland is gebaseerd op het primair fossiel energiegebruik’, antwoordt De Jonge (red. zie kader) op de vragen van D66. ‘De Europese Commissie stelt voor de labelletter te baseren op het primair energiegebruik. Dit heeft tot gevolg dat het aandeel hernieuwbare energie van het gebouw niet langer wordt afgetrokken van het primair energiegebruik en het positieve effect van bijvoorbeeld zonnepanelen niet wordt teruggezien in de labelletter.’
De Jonge meldt nu dat het kabinet vragen gaat stellen aan de Europese Commissie over het belang van het waarderen van hernieuwbare energie op het energielabel, en het nut en de noodzaak van harmonisatie van labelklassen op basis van verschillende uitgangssituaties in lidstaten. ‘Voorstel van het kabinet is om de labelletter te blijven koppelen aan het primair fossiel energiegebruik en de huidige klassenindeling te behouden. Voor het uitfaseren van labels kan vervolgens gekeken worden naar grenzen in kilowattuur per vierkante meter per jaar, die corresponderen met de Europese ambitie.