Waar het KNMI vorig jaar maart 139 zonuren telde, waren dat afgelopen maand maar liefst 259 zonuren. Door dit grote aantal zonuren verzorgden zonnepanelen 14 procent van de elektriciteitsvraag. Dat staat ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van de provincie Noord-Brabant. Dit blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl
Wind bleef achter
Ondanks de overvloed aan zon in de maand maart groeide de productie van hernieuwbare energie met slechts 5 procent. Dit komt met name doordat de maand maart arm aan wind was, en mild qua temperatuur. Daardoor leverden windmolens en warmtepompen maar een bescheiden bijdrage.
De productie van windmolens bleef ook flink achter en kwam 25 procent lager uit dan maart vorig jaar. Een aantal dagen van de maand liet de productie het bijna helemaal afweten, terwijl de zonnepanelen op volle toeren draaiden.
36 procent
Het grote verschil in de productie van wind- en zonne-energie vertaalde zich ook in de groei van hernieuwbare stroom. Dat aandeel kwam in maart uit op 36 procent: iets meer dan maart vorig jaar, maar minder dan de 44 procent van februari.
Het Klimaatakkoord streeft naar minimaal 70 procent hernieuwbare stroom in 2030. Het Planbureau voor de Leefomgeving schat in dat het op 75 procent kan uitkomen.