De voorgenomen afbouwstappen ten grootte van negen procent per jaar gelden in principe nog steeds, maar het kabinet wil ook de voorgenomen einddatum van 2031 aanhouden. Om dat tempo te realiseren, wordt aan het begin van de afbouw een grotere stap genomen: in 2025 gaat het salderingsprecentage van 100 procent naar 64 procent. In het jaar daarop, 2026, blijft het 64 procent en daaropvolgend gaat er ieder jaar negen procent van af. De laatste 28 procent gaat er in een keer af, in 2031. Ondanks de grotere stap aan het begin, betekent het uitstel nog steeds meer 'winst' voor de consument.
Met de salderingsregeling kunnen consumenten 'energietegoed' opbouwen met de opgewekte pv-energie die ze niet gebruiken, maar aan het elektriciteitsnet terugleveren. Gebruiken die consumenten op een ander, minder of niet-zonnig moment weer elektrische energie van het net, dan mogen ze het leveren en afnemen tegenover elkaar wegstrepen. De salderingsregeling is voor iedereen met zonnepanelen met een aansluiting tot en met 3 x 80A die stroom teruglevert aan het elektriciteitsnetwerk.
Meermaals uitgesteld
Het afbouwen van de salderingsregeling is meermaals uitgesteld en is door het vorige parlement begin vorig jaar controversieel verklaard. Dat kan gedaan worden bij onderwerpen die gevoelig liggen en waarvan het parlement ermee instemt om ze van de Kameragenda af te houden totdat een nieuw kabinet is aangetreden.
De salderingsregeling is bedoeld om huizenbezitters te stimuleren om zonnepanelen op hun daken te plaatsen en zo de energietransitie aan te jagen. In de grofweg tien jaar waarin salderen kan, is het pv-vermogen per inwoner gestegen van 7W in 2011 naar bijna 600W in 2020. Daarmee is het Duitsland en België voorbijgestreefd.
Voornemens
De salderingsregeling is inmiddels lastig af te schaffen. Inmiddels maken veel huishoudens er gebruik van: in 2023 verwacht de overheid 410 miljoen euro aan inkomsten in de vorm van energiebelasting mis te lopen. De regeling verkort de terugverdientijd nu nog tot zo'n zeven jaar, aldus Milieu Centraal. Dat maakt de regeling politiek onpopulair om af te schaffen onder eigenaren van de panelen.
De regering heeft het voornemen toch, omdat het van mening is dat door de dalende kosten van zonnestroom dezelfde middelen elders effectiever ingezet kunnen worden. Bovendien kampt Nederland nu al met zogenaamde transportschaarste: een gebrek aan capaciteit op het laagspanningsnet waardoor terugleveren soms simpelweg niet gaat.